6.5 uur vliegen later en we zijn eindelijk weer thuis in onze fijne Airbnb in Pinelands, Cape Town. Het was weer een pittige vlucht met veel uitdagingen. Zo vlogen wij met een forse tegenwind van 30mph, waardoor onze grondsnelheid net onder de 60 mijl per uur bleef. Het weekend op het stofpad bij Paul en Bettina was heerlijk. We hebben gister een prachtige safari gemaakt bij de Plettenberg Bay Game reserve, waar we te paard op pad zijn gegaan en de mooiste dieren hebben gespot. Voor mij was het zien van de Neushoorns op een paar meter afstand een hele unieke ervaring. Deze majestueuze beesten, die zo erg bedreigd worden, lagen in vrede bij de oever. Zo hoort het ook te zijn, maar helaas leven deze beesten in een wereld van gevaar.
Een ander hoogtepunt van dit weekend was mijn vlucht met Paul. Voor Paul blijf ik altijd nog het “kleine Roosje” van vroeger en om nu mijn grootste passie voor het vliegen met hem te delen was heel bijzonder! We hebben een paar low passes over hun huis gevlogen, waar we Bettina vol enthousiasme zagen zwaaien in de tuin!
Eenmaal geland moesten Maurits en ik al snel de lucht in, want met de verwachte wind zou het een lange tocht worden. Net als op de heenweg was onze eerste stop in Mosselbaai. Hier hielp hetzelfde mannetje ons met tanken en vroeg ons over ons weekendje weg. We vertelde over het avontuur van Stanley’s Island: hij was erg onder de indruk!
De benen waren weer gestrekt en na enkele minuten hingen we weer boven het veld.
Toen was er even stress in de tent: Maurits zag dat er met een aardig tempo brandstof uit de vleugeltank lekte en een lange blauw-groene streep achter liet op de struts. “Rustig Blijven” dacht ik bij mezelf. Mijn eerste reactie was om het vliegtuig terug te keren en uit te trimmen richten Mosselbaai. Als er iets ergs aan de hand was zou ik bij het dichtstbijzijnde veld willen landen. Eenmaal stabiel en vliegend in de nieuwe richting dacht ik na over het mogelijke probleem en wat de consequenties van deze lekkage zouden zijn. Hoeveel brandstof zijn we al kwijt?
De enige plausibele oorzaak zou de uitzetting van de brandstof kunnen zijn. De brandstof wordt uit de koude grond gepompt en in de vleugel tanks van het vliegveld. Bij mosselbaai waren beide tanks vol gegooid, maar in dit warme weer zet de brandstof natuurlijk uit en, als de tanks vol zitten, is er geen ruimte voor deze uitzetting. Om de verspilling tegen te gaan sloot ik meteen de voeding van de linker tank, zodat we alleen zouden vliegen met de brandstof van de rechter vleugel. Na 2 minuten stopte inderdaad de stroom van lekkende brandstof en was het probleem opgelost! Met een gerust hart (en een geruste Maurits) vlogen we weer door naar onze volgende bestemming, want we hadden nog genoeg brandstof over!
Voordat we bij Wintervogel konden komen moest er onderweg nog een keer getankt worden. Dit deden we bij Swellendam Airfield, een klein veldje gelegen midden in het Bontebok National Park. Vol verrassing zagen we veel mensen bij het vliegveld; er was namelijk een Oldtimer bijeenkomst georganiseerd! Deze plaspauze was opeens een stuk leuker geworden; er reden auto’s uit 1936 over de startbaan, de piper cubs stonden tentoongesteld en ik heb zelfs toevallig de oprichter van Stellenbosch Flying Club hier ontmoet!
Helaas konden we niet lang blijven hangen, anders zouden we Wintervogel voor zonsondergang niet meer kunnen bereiken! De laatste 3 uur vliegen waren vermoeiend. Het constante gezoem van de motor, de laaghangende zon en het klimaat hoog boven de bergen maakt je slaperig, dus Maurits en ik waren na deze vlucht helemaal kapot. Om deze succesvolle navigatie vlucht te vieren hebben we s’avonds in Stellenbosch smakelijk gegeten en de nodige biertjes achterover getikt bij het restaurant “Craft Beer”. Het was een “Bittersweet” moment, want het vliegen in de Savannah was vanavond tot haar eind gekomen. Gelukkig hebben wij enorm genoten van deze laatste vliegdag.